In de Wet Werk en Zekerheid is vastgelegd op welke gronden een arbeidsovereenkomst kan worden beëindigd. Dat zijn bijvoorbeeld bedrijfseconomische redenen, langdurige arbeidsongeschiktheid, disfunctioneren, frequent ziekteverzuim of verwijtbaar gedrag. Voor de werkgever moet er voldoende aanleiding zijn om de arbeidsrelatie in alle redelijkheid niet voort te zetten. Is er sprake van verwijtbaar gedrag, dan moet de werkgever dit wel aantonen. De ontslagprocedure verloopt dan, net als bij slechte financiële bedrijfsomstandigheden, via het UWV. Andere ontslagredenen verlopen via de kantonrechter.
Heeft de werknemer recht op een ontslagvergoeding bij verwijtbaar gedrag? Het antwoord is nee indien er sprake is van ernstig verwijtbaar gedrag. Hier denken de werkgever en de werknemer meestal verschillend over. Regelmatig lezen we in de media berichten over frauduleuze handelingen door een werknemer, zoals het verduisteren van geld of goederen van de werkgever. Of het bedreigen van collega’s maar ook ernstige en zelfs opzettelijke fouten tijdens werkzaamheden. Dan is het duidelijk dat er geen ontslagvergoeding zal volgen. In minder duidelijke gevallen komt meestal de rechter er aan te pas. Hij buigt zich dan over de ontslagregels en gebleken is dat er nog veel onduidelijkheden bestaan over de toepassing van de wettelijke regels. De nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans, die in 2020 wordt uitgerold, moet hierin meer duidelijkheid verschaffen. In de aanloop naar 2020 zullen wij u meer details vertellen over deze nieuwe (ontslag-)regels voor de arbeidsmarkt.