Al vele jaren zijn fietsers en voetgangers in het verkeer erkend als kwetsbare partij en zijn daarin door onze wetgeving in geval van ongevalsschade met een motorvoertuig in ruime mate beschermd. Dit staat in artikel 185 van de Wegen Verkeerswet.
De automobilist kan diens schade alleen verhalen als er voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat de automobilist er alles aan heeft gedaan om een aanrijding te voorkomen, ongeacht of de fietser of voetganger de verkeersregels negeert of niet oplet. De automobilist is verplicht met dit gedrag rekening te houden.
Als de schade is veroorzaakt aan een kind jonger dan 14 jaar zal de autoverzekeraar de schade moeten vergoeden op grond van artikel 185 WVW. De automobilist kan geen beroep doen op overmacht of op eigen schuld van het kind. Voor de schade aan de auto is het mogelijk de ouders van het kind aan te spreken op basis van artikel 6:169 lid 1. De leeftijd van het kind is hierdoor geen probleem voor een verhaalsactie maar ook dan moet de automobilist aannemelijk maken dat er alles aan gedaan is om een aanrijding te voorkomen. In geval van bewezen overmacht kan de automobilist de schade dan vergoed krijgen. Kan overmacht niet volledig aannemelijk worden gemaakt, dan bedraagt de vergoeding aan de automobilist een evenredig deel van diens schade. Echter, in de meeste gevallen krijgt de automobilist de schade niet vergoed. De rol van getuigen en foto’s van de ongevalsplaats spelen dan ook een cruciale rol.