Ontslag wegens seks op de werkvloer

In 2018 kreeg een rechter de volgende ontslagzaak voorgelegd: een medewerker van een zorginstelling zou seksueel contact hebben gehad met een collega op het werk. Hij werkt al bijna 20 jaar in vaste dienst als woonbegeleider en samen met zijn gezin woont hij in een dienstwoning op het terrein van deze instelling.

De collega meldde zich ziek en nam al snel ontslag. Na verschillende gesprekken met haar werkgever gaf de collega aan dat zij het afgelopen jaar op het werk seksueel contact heeft gehad met de medewerker. Ze zei dat ze hiermee nooit had ingestemd maar dat ze was gemanipuleerd en bedreigd. De werkgever heeft vervolgens besloten om de medewerker op non-actief te stellen om te onderzoeken wat er nu precies is gebeurd. Op basis van diverse gesprekken heeft de werkgever de rechter verzocht om de arbeidsovereenkomst zo snel mogelijk te ontbinden wegens verwijtbaar gedrag, onder meer wegens het misbruik maken van zijn machtspositie en het besmeuren van de goede naam en reputatie van de zorginstelling. De werkgever wil daarom afzien van de transitievergoeding.

Volgens de rechter is er inderdaad verwijtbaar gehandeld door de medewerker omdat hij zijn eigen seksuele behoeften vóór het welzijn van de cliënten heeft gesteld. Er is sprake van een redelijke grond voor de werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Wel heeft de medewerker recht op een transitievergoeding. Dit recht zou hij niet hebben als er sprake was geweest van “ernstig” verwijtbaar handelen. Volgens de rechter is er in deze zaak slechts sprake van verwijtbaar handelen.