Boze klant claimt miljoen euro van jurist

Een klant van een rechtsbijstandsverzekeraar eiste een miljoen euro schadevergoeding. Hij verloor zijn rechtszaak en dichtte dat verlies toe aan de onervarenheid van de jurist die hem bijstond. Dat zou blijken uit het feit dat de jurist niet wist waar de partijen moesten gaan zitten op het moment dat de zaak werd behandeld. Volgens de klachtenorganisatie toont dat echter niet aan dat de rechtsbijstandsverzekeraar tekortgeschoten is.

De klant had een geschil met zijn werkgever. Hij schakelde een advocaat in voor een schikking. Enkele jaren later diende hij een klacht in bij de deken omdat hij vond dat zijn belangen onvoldoende behartigd waren. Om hem bij te staan in de tuchtzaak zocht hij contact met de rechtsbijstandsverzekeraar. De Raad van Discipline oordeelde een jaar later dat de klacht tegen de advocaat ongegrond was. De volgende klacht van de klant ging over de jurist van de rechtsbijstandsverzekeraar. Dat had volgens de klant een ervaren tuchtrechtadvocaat moeten zijn maar het werd ‘slechts’ een jurist die volgens de klant geen kennis had van tuchtzaken. De jurist wist bij de mondelinge behandeling niet waar hij moest gaan zitten en hij zou onvoldoende verweer hebben gevoerd. De rechtsbijstandsverzekeraar verweerde zich door te stellen dat de rechtshulp pas op het laatste moment werd ingeschakeld in de zaak. Zo was de verzekeraar niet betrokken bij het indienen en formuleren van de klachten en kon er daardoor onvoldoende sturing worden uitgeoefend. Omdat er geen sprake was van een gerechtelijke of administratieve procedure was de verzekeraar bovendien niet verplicht om een advocaat op de zaak te zetten. Ook de klachtenorganisatie oordeelt dat de klacht van de klant daarom ongegrond is. Afgezien van de verkeerde stoel kon de man ook niet onderbouwen waarom het verweer volgens hem tekort was geschoten.